Eerste actorstatus

Om een (eerste) registratie als actor te verkrijgen moet je voldoen aan eisen aan kennis en werkervaring. De eisen zijn opgenomen in bijlage 4 van BRL SIKB 4000. Je kunt met verschillende bewijsmiddelen aantonen dat je aan deze eisen voldoet. De bewijsmiddelen bestaan onder meer uit diploma’s, publicaties, arbeidsovereenkomsten en/of opdrachtgeversverklaringen. Ook deze zijn is in bijlage 4 van de BRL beschreven.

 Als je denkt dat je aan de eisen voldoet en dit ook met bewijsmiddelen kan onderbouwen, dan kan je je aanmelden bij een onafhankelijke toetsende instelling. Deze voert de toets op de bewijsmiddelen uit. Let wel: de toetser kijkt alleen naar de bewijsmiddelen (bijv. diploma), je hoeft niet opnieuw kennis of ervaring te laten zien (bijv. een examen te doen). Op basis van de bewijsmiddelen stelt de toetsende instelling de juiste actorstatus vast. De actor is zelf verantwoordelijk voor het correct aanleveren van de benodigde bewijsmiddelen.

 

Lijst van Toetsende Instellingen

Er is een beperkt aantal uitzonderingen op het bovenstaande:

  • personen die voor 1 juli 2016 werkzaam waren als een KNA-actor kunnen zich op basis van een overgangsregeling inschrijven in het Actorregister (zie BRL SIKB 4000, bijlage 4, paragraaf 4). De aanvraag verloopt daarbij wel via een toetsende instelling.
  • Personen die over de competenties beschikken, maar dit onvoldoende kunnen aantonen bij een toetsende instelling kunnen een beroep doen op de hardheidsclausule (zie BRL SIKB 4000, bijlage 4, paragraaf 5). De aanvraag verloopt via de secretaris van het CCvD Archeologie, waarbij onder andere eerst een beoordeling van een toetsende instelling heeft moeten plaatsvinden.

 

Meer informatie en handige downloads

Sluit menu